Zuid-Limburg wil transformeren naar een circulaire economie. Maar hoe? Aan projecten en programma’s ontbreekt het niet. Aan kansrijke clusters (bouw, landbouw, maak- en chemische industrie en afval) evenmin. Maar elke sector heeft een eigen ambitie en opgave. Versnelling vraagt echter om een gedeeld verhaal. Een verhaal dat sociaal, economie en techniek verbindt en lading geeft aan de circulaire ambitie.

Kenmerken van een circulaire economie zijn: gesloten kringlopen, hernieuwbare energie en systeemdenken. In een circulaire economie gelden andere principes van ontwerp van product en productieproces. Centraal staan: hergebruik, reparatie, recycling en/of terugwinnen van energie uit materialen (recovery).

Regionale verbondenheid
Een verhaal helpt om richting en betekenis te geven, zorgt voor regionale verbondenheid, geeft samenhang aan losse projecten en programma’s en helpt in het maken van keuzes. Economische Samenwerking Zuid-Limburg en Zuyd Hogeschool organiseerden afgelopen zomer een World Café sessie om met een kleine 30 vertegenwoordigers uit het onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek te brainstormen over de contouren van zo’n regionaal circulair verhaal. Dat gebeurde aan de hand van vier stellingen. 1) Het is onvermijdelijk dat chemie de belangrijkste transitie is en prioriteit heeft voor de regio. 2) Zuid-Limburg is te klein om sluitende ketens te realiseren (de essentie van circulaire economie). 3) Het ontbreekt in onze regio aan een gedeelde opgave. 4) Er liggen volop circulaire kansen die nu alleen worden opgepakt vanuit politieke visie.

Eerste conclusies
De eerste conclusies van de brainstormsessie schetsen kansen en bedreigingen voor het gezamenlijke circulaire verhaal. De belangrijkste conclusies:

  • Het ontbreekt aan politieke lange termijnvisie; politiek leiderschap is nodig.
  • Wet- en regelgeving belemmert circulaire vooruitgang. Regelgeving zou juist moeten uitdagen tot experimenten. Daarbij is ook financiële hulp/begeleiding nodig.
  • Chemie is aanjager, maar andere sectoren niet vergeten.
  • Gebrek aan samenwerking tussen gemeenten en regio’s belemmert vooruitgang en ontwikkeling van korte regionale ketens, bijvoorbeeld in de voedselvoorziening.
  • Duidelijk definiëren wie (burger, gemeente, provincie, ondernemer) verantwoordelijk is voor wat.
  • De inwoners meekrijgen in de circulaire ambitie door de circulaire economie dichter bij de burger te krijgen.
  • Circulair denken begint bij de jeugd.

 

Op basis van deze conclusies gaan Zuyd Hogeschool, ESZL samen met regionale partijen aan de slag in prioriteiten stellen en keuzes maken om te komen tot het circulaire verhaal van de regio en een uitvoeringsprogramma.