Het kabinet besteedt in het regeerprogramma veel aandacht aan ruimte voor werk. Speciale aandacht gaat uit naar het beschermen van bedrijventerreinen, met name schaarse locaties die hogere milieucategorieën hebben. Het programma is vandaag gepresenteerd.
Driekwart van het mkb is volgens het kabinet gevestigd op bedrijventerreinen. Het kabinet streeft er, zoals geschreven in het regeerprogramma, naar om bedrijventerreinen toekomstbestendig en betaalbaar te maken.
Hiervoor wordt een integrale aanpak ontwikkeld die zich richt op herontwikkeling van gebieden, revitalisering van panden, en efficiënt gebruik van infrastructuren zoals energie, internet en mobiliteit.
Er zijn plannen om 30 miljoen euro vrij te maken, samen met eenzelfde bijdrage van regionale overheden, voor toekomstbestendige bedrijventerreinen.
Daarbij kijken de bewindslieden ook naar de ontsluiting van deze locaties, ontwikkeling van bestaande en nieuwe bedrijvigheid, huisvesting van specifieke doelgroepen, betaalbaarheid en innovatie.
Ook onderzoekt het kabinet hoe de huidige Hoge Milieu Categorie (HMC-) bedrijven zich verhouden tot de woningbouwopgave.
Fysieke ruimte voor transities
Daarnaast spelen bedrijven volgens het kabinet een aanjagende rol in de transities. Voor de realisatie van de ambities voor bedrijvigheid, de doorontwikkeling van de economie en de autonome groei is fysieke ruimte nodig. Deze ruimtelijke opgave vraagt om integrale keuzes in samenhang met andere ruimtevragers, bijvoorbeeld via de Nota Ruimte
Wonen, werken en mobiliteit zijn onlosmakelijk verbonden en zorgen samen voor aantrekkelijke en gezonde woon-, werk- en leefomgevingen.
Daarom zet het kabinet zich bij nieuw te ontwikkelen (grootschalige) regionale woningbouw in voor een integrale aanpak, waaronder inzet op regionale economische ontwikkeling. Zoals het realiseren van economische activiteit in nabijheid van woningen.
Zowel bij nieuwe zoeklocaties voor grootschalige woningbouw als in bestaande sterke regionale economische clusters en op campussen en regionale kennis- en innovatieclusters en voor schadeloosstelling vanwege bedrijfsverplaatsingen.
Het kabinet benut hiervoor de beschikbare instrumenten – denk aan de strategische investeringsagenda’s – en middelen om gebiedsgericht de regionale economische ontwikkeling te stimuleren bij (nieuwe) woningbouwlocaties.
Het kabinet herhaalt de harde doelstelling van oud-minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat niettemin (nog) niet, die tot 2050 15 procent extra ruimte wilde voor economie. Dit kabinet belooft ‘bewust’ om te gaan met ruimte voor bedrijvigheid.
Visie op ruimtelijk-economische structuur
Om ‘schone bedrijven’ die toegevoegde waarde leveren voor heel Nederland toekomst te bieden, publiceert het kabinet deze kabinetsperiode een visie op de ruimtelijke en economische structuur.
Deze visie gaat onder meer in op de vraag hoe de overheid kan zorgen voor voldoende (fysieke) ruimte voor bedrijven, die veel toegevoegde waarde leveren en voor sterke en competitieve regio’s. Waarbij elke regio telt, aldus het kabinet.
Op weg naar structurele samenwerking met (regionale) partners, waaronder ondernemersorganisaties, organiseert het kabinet eind dit jaar een bestuurlijke conferentie Ruimte voor Economie.
Het kabinet wordt concreter waar het aangeeft dat de overheid kan helpen voor bedrijven maatschappelijke opgaven zoals netcongestie aan te pakken, nu een grote knellende factor op werklocaties.
Tot slot benadrukt het kabinet dat in Nederland goede ideeën moeten kunnen worden opgeschaald. Dit geeft start-ups de ruimte om door te groeien naar scale-ups en volwassen bedrijven. Verder dan dat hiervoor voldoende toegang tot talent en financiering essentieel is komt het kabinet niet.
Strategische weerbaarheid
In navolging van oud EU-commissievoorzitter Draghi, stelt het kabinet dat onze strategische weerbaarheid gebaat is bij een dominante rol in de wereldeconomie. Daarom kondigt het kabinet aan met een gericht industrie- en innovatiebeleid sterke posities te bouwen in hoogwaardige waardeketens zoals in de halfgeleiders-, de biotech- of de agrifoodsector.
Om Nederland te beschermen tegen dreigingen van buitenaf wijst het kabinet in het programma op het belang van een sterke industriële basis en productie- en leveringszekerheid in de defensiesector, zowel in het eigen land als in de Europese Unie.
Het kabinet versterkt met gericht industriebeleid en innovatiebeleid (mondiale) waardeketens en ecosystemen, bijvoorbeeld in de halfgeleiderindustrie. Het kabinet komt met een vernieuwd topsectorenbeleid, in samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Daarbij wordt de publiek-private governance-structuur herzien op basis van de sterktes, zoals de samenwerking tussen wetenschap, overheid, bedrijfsleven en het samengaan van maatschappelijke opgaven en verdienvermogen.
‘Nationaal zetten we in op de Nationale Technologie Strategie, groeimarkten en sectorale programma’s zoals de defensie-industrie-strategie en het actieplan maritieme maakindustrie.’
Met evenwichtig Europees Industriebeleid zet het kabinet verder in op strategische markten die op EU-niveau actie vereisen, zoals via Important Project of Common European Interest (IPCEI)-trajecten en financiering van strategische projecten voor weerbare ketens.
Reacties op het regeerakkoord lees je in dit artikel.