De industrie groeit als kool en vraagt meer ruimte op bedrijventerreinen. Groei van de economie, maar vooral structurele ontwikkelingen als circulaire economie, energietransitie en robotisering, stuwen de industriële investeringen en ruimtevraag. Terwijl veel prognosemodellen een krimp voorspelden, ging 20 tot 30% van de nieuwe bedrijfsgrond in de afgelopen vier jaar naar industriebedrijven. Tot 70% van de industriebedrijven verwacht komende jaren nieuwe investeringen te doen in deze trends en hierdoor meer ruimte nodig te hebben. Dit vraagt betere prognoses, (regionale) visie en actie gericht op ‘Next Economy’ bedrijventerreinen.
Dit zijn de conclusies uit een groot industrieonderzoek van Stec Groep samen met tien provincies. Uit het onderzoek blijkt bovendien een groot economisch belang van de industrie voor Nederland.
Tot 70% industriebedrijven verwacht meer ruimtegebruik door robotisering en circulaire economie
De industrie is goed voor 60% van alle R&D uitgaven in Nederland en de toegevoegde waarde is de laatste 20 jaar met 30% gegroeid. Tegelijkertijd daalt het aantal banen in de industrie. Een daling in het aantal banen wordt vaak direct verbonden aan een dalende ruimtebehoefte. “Veelal ten onterechte”, stelt Evert-Jan de Kort (senior partner Stec Groep). “In veel prognoses wordt nu nauwelijks rekening gehouden met de effecten van trends als circulaire economie, energietransitie en robotisering. Tot 70% van de industriebedrijven in ons onderzoek geeft aan dat het ruimtegebruik hierdoor juist stijgt. Nieuwe ‘smart’ productielijnen, circulaire ontmantelings- en opslagfaciliteiten en robots vragen vaak meer ruimte dan werknemers.”
Trendspotting: werk maken van (big) dataverzameling en dynamische monitoring
Daarbij moet meer aandacht zijn voor de grote diversiteit van de industrie. Dé industrie bestaat niet, blijkt uit het onderzoek. Het ruimtegebruik, de mate waarin de trends spelen en het toekomstperspectief van de industriële bedrijfstakken variëren zeer sterk. Inzicht hierin is essentieel voor goede prognoses en beleid. Provincies, regio’s en gemeenten moeten daarom werk maken van (big) dataverzameling en dynamische monitoring van trends in het industriële ruimtegebruik.
Niet alleen kwantitatief, maar vooral ook kwalitatief
Het onderzoek laat zien dat de trends ook impact hebben op de industriële vestigingseisen en locatiekeuzes. De groei in circulaire activiteiten vraagt bijvoorbeeld meer locaties om reststromen, met bijbehorende hinder en faciliteiten, te kunnen bundelen, ontmantelen, scheiden en hergebruiken. Verder vraagt circulariteit meer samenwerking in de keten, dus tussen bedrijventerreinen en in industriële en logistieke clusters. Nieuwe productietechnieken, zoals robots en 3D printen, kunnen tegelijkertijd zorgen voor (potentieel) schonere en stillere bedrijven, die weer makkelijker mengen met andere functies.
Prioriteit, visie en actie nodig op realiseren ‘Next Economy’ bedrijventerreinen
Evert-Jan de Kort: “Stedelijke regio’s worden in deze context extra aantrekkelijk. Bedrijven kunnen hier beter aan goed gekwalificeerd personeel komen en de stedelijke omgeving stimuleert interactie en innovatie voor slimme productie. Bovenal is de kans groter dat op stedelijke en regionale schaal reststromen van voldoende dikte, kwaliteit en betrouwbaarheid zijn te realiseren voor haalbare circulaire loops. Dit vraagt echter prioriteit, visie en actie bij overheden en ondernemers op het realiseren van een toekomstbestendige generatie bedrijventerreinen.”